Niveau 1»2: Van ervarend naar betrokken lezen
Transitie 2.1 | Van een nieuwsgierige lezer naar een enthousiaste lezer | |
---|---|---|
Focus | Introductie in de rijke wereld van boeken | |
Doelen | Docentactiviteiten | Leerlingactiviteiten |
Een boek kiezen op basis van elementaire criteria. | Bespreekt en biedt criteria voor het kiezen van interessante en mooie boeken, bijvoorbeeld op basis van genre, thema, stijl, populariteit, prijs… Organiseert boekpromoties in de klas. |
Promoot boeken door middel van een ‘verkooppraatje' en/of het voorlezen van spannende fragmenten om de andere leerlingen nieuwsgierig te maken. Maakt aantekeningen over aansprekende boeken. Motiveert keuze op basis van criteria. |
Oog krijgen voor het schrijfproces van een auteur. | Brengt 'de wereld van schrijvers' naar het klaslokaal door een auteur uit te nodigen voor een praatje of te laten zien hoe auteurs werken (bijvoorbeeld documentaires of films over auteurs, audio-opnamen, toneelvoorstellingen, websites, software, enzovoort). Stelt samen met leerlingen vragenlijstje op. |
Bereidt vraaggesprek voor. Vraagt auteurs over hun werk in de klas, via een online chat, via e-mail, enzovoort. |
Begrijpen van algemene classificaties in een bibliotheek. | Neemt leerlingen mee naar de schoolbibliotheek of openbare bibliotheek en geeft/regelt een rondleiding. Licht de pictogrammen toe en legt uit hoe je een boek vindt en leent. | Oefent met het zoeken van boeken op verschillende afdelingen van de bibliotheek. |
Leesactiviteiten plannen (thuis). | Stimuleert leerlingen om afspraken te maken over welk boek ze thuis gaan lezen en wanneer ze het uit hebben. Maakt hierbij gebruik van een lijstje waar leerling zijn keuze op intekent. Informeert af en toe naar leeservaringen en vorderingen. Herhaalt dit met enige regelmaat (bijvoorbeeld vlak voor een vakantie). |
Plant leesactiviteiten. |
Transitie 2.2 | Van vertrouwde thema's naar interesse voor bepaalde onderwerpen en problemen | |
Focus | Interesse kweken bij leerlingen voor concrete onderwerpen en kwesties in fictie | |
Doelen | Docentactiviteiten | Leerlingactiviteiten |
Verband leggen tussen situaties en problemen in een tekst en de maatschappij. | Stelt vragen over teksten. Inspireert leerlingen om hun wereldbeeld te verbreden en meer te leren door tijdens het lezen vragen te stellen (modellen creëren). | Vergelijkt concrete situaties in een boek (bijvoorbeeld met betrekking tot sociale omstandigheden, leeftijd, familie) met hedendaagse of historische situaties. |
Leesstrategieën verbeteren. | Helpt leerlingen samenvattingen te maken focussen op de belangrijke elementen van een verhaal (verhaallijn, chronologie), variëren met verschillende structuren. Geeft reeks voorbeelden van samenvattingen en vraagt leerlingen de beste aan te wijzen. |
Vat in bijvoorbeeld 100 woorden de plot samen, reconstrueert de chronologische lijn (fabel), vat een verhaallijn samen, vat het verhaal samen vanuit het perspectief van de protagonist en/of de antagonist, enzovoort. |
Identificeren, ontwikkelen van empathie met een personage. | Gebruikt verschillende activiteiten om de ervaringen van de personages in relatie met die van de leerlingen te bespreken. Zorgt ervoor dat leerlingen zowel nauwe betrokkenheid als afstand tot personages laten zien. |
Onderzoekt en bespreekt percepties van personages, bijvoorbeeld van gebeurtenissen en andere personages, en probeert deze toe te lichten vanuit de tekst. Reflecteert en discussieert over de vraag: waarom doet x zus of zo, of waarom is x zo, en hoe zou ik in die omstandigheden hebben gehandeld? |
Vergelijken van teksten over dezelfde onderwerpen. | Laat de diversiteit van de literaire wereld zien door leerlingen verschillende teksten over hetzelfde onderwerp te geven. | Leest verschillende teksten over hetzelfde onderwerp en bespreekt verschillen en overeenkomsten tussen deze teksten. |
Elementaire kenmerken van genres identificeren. | Wijst de leerlingen op kenmerken van genres, biedt criteria om verschillende literaire genres te identificeren. Geeft een overzicht van genres met hun kenmerken. |
Vergelijkt teksten uit verschillende genres en brengt deze in verband met genres van andere media (film, tv). |
Bewustwording van voorkeuren voor genres. | Stelt (samen met de leerlingen) een van commentaar voorziene boekenlijst samen – met categorieën als thema en genre – waaruit leerlingen desgewenst boeken kunnen kiezen. Stelt deze lijst eventueel ook ter beschikking aan ouders. |
Denkt na over persoonlijke voorkeuren voor bepaalde genres. Leest boeken uit de lijst, bespreekt voorkeuren voor bepaalde thema's en genres en beveelt boeken aan klasgenoten aan. |