Niveau »»1: Van vermijdend naar belevend lezen
Transitie 1.1 | Van weinig leeservaring naar een enigszins nieuwsgierige lezer | |
---|---|---|
Focus | Motiveren en faciliteren | |
Doelen | Docentactiviteiten | Leerlingactiviteiten |
Eerste leeservaringen verwoorden en evalueren. | Toont interesse in de leesgeschiedenis van de leerlingen en helpt ze positieve leeservaringen uit heden of verleden terug te halen. Staat open voor negatieve ervaringen en frustraties. |
Herinnert en verwoordt positieve leeservaringen en vergelijkt die met recente, misschien negatieve ervaringen. |
Emotioneel reageren op de tekst. | Moedigt alle leerlingen aan over hun leeservaringen te praten met behulp van emotionele criteria (bijvoorbeeld verdrietig, eng, spannend, ontroerend, saai, boos) en die ervaringen met andere leerlingen te delen. | Geeft tenminste emotionele response op gelezen teksten (eventueel m.b.v. schalen). |
De wereld van fictie ontdekken. | Ontwikkelt eenvoudige en creatieve activiteiten die de verbeelding stimuleren en leerlingen enthousiast kunnen maken voor fictie. Leest hardop en stopt zodra het spannend wordt… Dramaoefeningen, tekenen, schrijven, knippen en plakken… |
Verplaatst zich in de situatie, verbeeldt die en anticipeert op vervolg. |
Vertrouwd raken met verschillende soorten boeken. | Introduceert verschillende genres, auteurs,boeken en thema’s waar moeilijk startende lezers positieve ervaringen mee hebben. Biedt gelegenheden om stil te lezen. |
Brengt verslag uit van ervaringen met de genoemde boeken. Oriënteert zich op diverse boeken door leeservaringen, samenvattingen, flapteksten, recensies of boekomslagen te lezen. |
Een boek kiezen op basis van persoonlijke interesses. | Stelt leerlingen vragen over hun interesses en de eisen die ze stellen aan een goed verhaal. Selecteert een set boeken van niveau 1 en vraagt leerlingen informatie te verzamelen over de plot (geeft betrouwbare links). Biedt gelegenheid om boeken in de klas te bespreken (presentaties). Moedigt leerlingen aan een boek niet uit te lezen als ze het niet interessant of leuk vinden, onder het motto: voor iedereen is er een goed boek. |
Denkt na over de eigen leesvoorkeuren (op basis van eigen kennis en persoonlijke interesses). Kiest een boek en motiveert deze keuze op basis van persoonlijke interesses en positieve verwachtingen. |
Ontdekken van de Bibliotheek. | Laat leerlingen kennismaken met een bibliotheek, geeft gerichte zoekopdrachten (waar vind je spannende oorlogsboeken) en laat zien hoe je een boek leent. Introduceert en demonstreert gespecialiseerde websites. |
Ontdekt de bibliotheek en gespecialiseerde websites. |
Transitie 1.2 | Van ongerichte naar gerichte aandacht voor speciale onderwerpen en interesses | |
Focus | Leesgewoontes en interesses onderzoeken | |
Doelen | Docentactiviteiten | Leerlingactiviteiten |
Verband leggen met persoonlijke kennis en ervaringen om de tekst te begrijpen. | Geeft leerlingen voorbeelden hoe ze een verband kunnen leggen tussen wat ze hebben gelezen en wat ze uit eigen ervaring weten. Geeft opdrachten die gelegenheid bieden om de fictieve wereld te vergelijken met de echte wereld. |
Legt een verband tussen het gelezene en persoonlijke ervaringen, bijvoorbeeld met betrekking tot gebeurtenissen, situaties en mensen die ze kennen (uit eigen omgeving of via de media). |
Eenvoudige leesstrategieën gebruiken. | Focust op eenvoudige leesstrategieën (vragen stellen, anticiperen) en moedigt leerlingen aan tijdens het lezen aantekeningen te maken (bijvoorbeeld voor hun leesverslag). Helpt leerlingen de logica van het verhaal en kenmerken van het genre te herkennen, zoals een goede afloop van een sprookje of het spanningsverloop van een misdaad- of probleemboek. |
Raakt vertrouwd met het stellen van eenvoudige vragen om de informatie in de tekst te begrijpen (bijvoorbeeld wie, wat, wanneer, waar?). Gebruikt eigen verwachtingen om ontwikkelingen in de plot te voorspellen (bijvoorbeeld verwachtingen op basis van genre). |
Een persoonlijke mening formuleren over het verhaal en de personages. | Geeft leerlingen opdrachten om de fictieve wereld te onderzoeken en helpt ze de relevante informatie over personages en plot uit een tekst te halen. | Praat over het verhaal en geeft een persoonlijke reactie op de gebeurtenissen in het verhaal en het gedrag van de personages. |
Interesses omschrijven en delen. | Onderzoekt de interesses van de leerlingen en toont interesse in hun wereldbeeld. Brengt interesses in verband met fictie (boeken, films, soaps etc.) |
Deelt interesses met klasgenoten, bijvoorbeeld hobby's en favoriete tijdschriften, boeken, muziek, films of tv-programma's, enzovoort. |
Positieve leeservaring opdoen. | Selecteert boeken die ongemotiveerde lezers een grote kans geven om een positieve leeservaring op te doen. Maakt hierbij gebruik van de positieve leeservaringen die klasgenoten hebben met deze boeken. Biedt de leerlingen gelegenheid om te lezen Laat leerlingen nadenken over het creëren van een prettige omgeving om te lezen. |
Wisselt leeservaringen uit en beveelt boeken aan klasgenoten aan. Stelt een bibliotheek voor de klas samen met topboeken. Maakt een lijst met boeken die door de schoolbibliotheek moeten worden besteld. Denkt na over de voorwaarden en omstandigheden om rustig een boek te kunnen lezen. |